butterfly
[noun]
[de vlin-der, de vlin-ders]
A "vlinder" is a butterfly. There are over 50 day-flying butterfly species in the Netherlands, although it seems that their number has decreased during the last ten, twenty years.
And yes, the Dutch have butterflies in their tummies too 🙂
Examples:
– "Zij is als een vlinder…ik ben zo verliefd op haar…"
("She’s like a butterfly…I’m so in love with her…")
– "Een witte vlinder op een rode roos…wat een romantisch beeld…"
("A white butterfly on a red rose…what a romantic image…")
– "Het vlindereffect is de theorie die zegt dat het gefladder van een vlinder ergens anders ter wereld een tornado kan veroorzaken."
("The butterfly effect is the theory which states that the fluttering of a butterfly can cause a tornado in another part of the world.")
– "Vorige week had Frank nog vlinders in zijn buik. Gisteren heeft hij weer een blauwtje gelopen."
("Last week, Frank still had butterflies in his tummy. Yesterday he was turned down again.")
Related words:
– Insekt: insect [noun] [het insekt, de insekten].
– Mot: moth [noun] [de mot, de motten].
– Rups: caterpillar [noun] [de rups, de rupsen].
– Vlieg: fly [noun] [de vlieg, de vliegen].
Example:
– "Ober, er zit een vlieg in mijn soep."
("Waiter, there is a fly in my soup.")
– Bij: bee [noun] [de bij, de bijen].
– Wesp: wasp [noun] [de wesp, de wespen].
– Vlinderdas: bow tie [noun] [de vlinderdas, de vlinderdassen].
– Vlindermes: butterfly knife, balisong [noun] [het vlindermes, de vlindermessen].